Tenzin Wangyal Rinpoche zet in dit boek uiteen welke rol de elementen aarde, water, vuur, lucht en ruimte spelen in de drie spirituele tradities van Tibet: bön, tantra en dzogchen. De sjamanistische wereldbeschouwing van bön werkt met de vijf elementen via de natuurkrachten en de niet-fysieke wezens die met de wereld van de natuur geassocieerd worden. In de tantrische visie worden de elementen gezien als vijf soorten energie in het lichaam, die in evenwicht gebracht en gehouden worden door middel van yogabewegingen, ademoefeningen en visualisaties. De leer van dzogchen ten slotte, beschouwt de elementen als de vibratie en glans van het leven zelf, slechts toegankelijk door middel van zuiver bewustzijn. Het doel van dit boek is de lezer bewust te maken van de verbinding die de mens heeft met het heilige aspect van de natuur en een leidraad te bieden die duidelijk maakt wat voor oefeningen in wat voor situaties nodig en effectief zijn.