‘Het is niet en nooit genoeg.’
Onder dit motto van Remco Campert verzamelde Eddy van Vliet 365 gedichten rond de liefde in al haar facetten. Van de verliefdheid tot de onverschilligheid, van de passie tot de haat, van Eros tot Thanatos en de vele tussenstadia die onder de noemer liefde vallen.
Liefde definiëren is onmogelijk. De duizenden gedichten die aan haar gewijd zijn, doen alle een poging. Ieder afzonderlijk mislukken zij in hun opzet. Samen slagen zij erin om de liefde in haar totaliteit te omschrijven, om haar wezen te doorgronden.
In afwachting van wat Homero Aridjis ooit het ‘duizendjarig rijk van de liefde’ noemde, biedt 'Geen dag zonder liefde' een keuze uit de voorbije honderd jaar Nederlandstalige liefdespoëzie.
Geen dag zonder liefde, en geen dag zonder liefdesgedicht.

Eddy van Vliet (1942-2002) publiceerde sinds 1964 een elftal dichtbundels, waaronder 'Jaren na maart' (1983), 'De Binnenplaats' (1987), 'De toekomstige dief' (1991), 'Zoals in een fresco de kleur' (1996) en 'Vader' (2001).
Van Vliets poëzie werd door Benno Barnard gebloemleesd in de prestigieuze reeks Dichter van Nu (1992), uitgegeven door het Poëziecentrum.
Zijn werk werd bekroond met onder meer de Jan Campertprijs (1975) en de Driejaarlijkse Staatsprijs voor Poëzie (1989).
In 2001 verscheen de derde druk van succesrijke bloemlezing 'Tussen droom en daad' (Poëziecentrum, 1998).