Hoe God verscheen in Papoea
Op 29 december 1936 vertrokken zes Nederlandse franciscanen naar de missie op Nederlands Nieuw-Guinea. Het vertrek vormde het begin van een avontuur, een religieuze expeditie naar een land waarvan de betrokkenen slechts een vage voorstelling hadden. Dat gold ook voor wat ze in dat land gingen doen. Deze studie vertelt het verhaal van dat avontuur, van deze missie. Het is een geschiedenis waaraan in totaal 106 Nederlandse franciscanen als missionaris rechtstreeks deelnamen en die vijftig jaar bestrijkt: de periode 1937-1987. De jaren 1937-1987 waren een tijdvak van ingrijpende veranderingen, zowel op kerkelijk en theologisch als op politiek gebied. De eerste missionarissen gingen op weg in een tijdperk van een nog vanzelfsprekend geacht kolonialisme. Westerse cultuur en christendom gingen hand in hand. Maar al gauw barstte de Tweede Wereldoorlog los, met de Japanse bezetting en de internering van alle missionarissen als gevolg. Daarna trad de onaf hankelijkheidsbeweging in Indonesië openlijk aan de dag. Nadat de Nederlandse regering in december 1949 akkoord gegaan was met de Indonesische onaf hankelijkheid behalve Nieuw-Guinea, volgde een periode van intensieve bemoeienis vanuit Nederland met deze laatste kolonie. In 1963 volgde onder internationale druk alsnog de overdracht van het gebied aan de Republik Indonesia. Missie en kerkopbouw zijn door deze politieke verwikkelingen beïnvloed. Ten tijde van deze overdracht vond bovendien het Tweede Vaticaans Concilie plaats. Door de visie op kerk en missie die op dit concilie ontwikkeld werd, veranderden ook de opvattingen van de missionarissen omtrent hun rol in de plaatselijke kerk. Deze complexe geschiedenis vormt het object van dit boek. De centrale vraag luidt: hoe zijn de Nederlandse franciscanen veranderd van 'missionarissen oude stijl' naar 'mede-broeders binnen een Indonesische broederschap'.
Auteur | | Jan Sloot |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Geschiedenis |