Een maatschappelijk werker opereert op het snijvlak van individu en maatschappij. Hij is primair gericht op het belang van het individu, maar kan niet om de eisen, regels en ontwikkelingen heen die de maatschappij als geheel kenmerken. Bij het maken van keuzes op dit snijvlak is de Code voor de maatschappelijk werker een belangrijke leidraad. Vandaar dat de code in opleiding en praktijk veel aandacht krijgt.
In dit boek wordt de beroepscode besproken aan de hand van relevante ethische dilemma's. Op een didactisch moderne en toegankelijke manier vraagt de auteur aandacht voor de belangrijkste beroepsethische thema's zoals respect, autonomie, dwang, en informatievoorziening, die aan de hand van voorbeelden en cases worden toegelicht en uitgewerkt. Daarbij volgt de auteur, na een algemene inleiding, de opbouw van de code. Hij neemt recente inzichten, voorzover nog niet vewerkt in de code, al wel mee in de bespreking.
De auteur appelleert aan de eigen inzichten en kritische houding van de lezer, die met behulp van dit boek wordt aangezet tot nadenken, een mening bepalen en disucssiëren over belangrijke vraagstukken van zijn beroep.