Uit de eerste hand 2 - De Romeinen
Dat de Romeinen altijd de minderen van de Grieken zouden zijn geweest, is een even gratuite als hardnekkige bewering. Meer verantwoord en zeker zo charmant is het de Romeinen ànders te noemen. Toch zegt de Romein Cicero woordelijk: "Inzake theorie en literaire cultuur in al haar aspecten is Griekenland altijd onze meerdere geweest". Om daar onmiddellijk aan toe te voegen: "Nu was het niet moeilijk ons daarin de baas te zijn, omdat wij niet concurreerden".
Inderdaad, de Romeinen hadden andere prioriteiten en hebben anders dan de Grieken die toch vooral denkers en dichters waren zich voornamelijk geprofileerd als ambtenaren en militairen. "Het staat vast, Cicero weer, dat onze voorvaderen de samenleving met betere instellingen en wetten hebben georganiseerd. Wat militaire aangelegenheden betreft kan ik kort zijn: hierin hebben de onzen veel gepresteerd, zowel door hun dapperheid als ook, en zelfs nog meer, door hun kennis van zaken. En: Was er ooit bij enig volk zoveel ernst, zoveel volharding, grootmoedigheid en beproefde trouw, was er ooit een zo grote degelijkheid in alle opzichten, dat zij met die van onze voorvaderen te vergelijken is?"
Met o.m.: Lucretius' navolging van Epicurus, Seneca's Beata Vita, Cicero's Gesprekken in Tusculum, de 'eigen dingen' van Marcus Aurelius, Quintilianus' cursus retorica, Odi et amo van Catullus, Beatus ille en Carpe diem van Horatius, Ovidius' liefdeslessen, de scabreuze versjes van Martialis, Vergilius' bucolica, Satyricon van Petronius, Caesars De bello Gallico, Livius over Romulus & Remus,Tacitus over de Germanen, de 'faits divers' van Plinius de Oudere, de correspondentie van Plinius de Jongere, de geneeskunst van Galenus, Vitruvius' handboek bouwkunde en Juvenalis' gemopper op het 'onleefbare' Rome.
En verder apocriefe teksten, de geschiedenis der Joden van Flavius Josephus, fragmenten van Eusebius en Hiëronymus, Augustinus' Belijdenissen, de lichtfilosofie van Pseudo-Dionysius de Areopagiet en Boëthius' Vertroosting van de filosofie.
Inderdaad, de Romeinen hadden andere prioriteiten en hebben anders dan de Grieken die toch vooral denkers en dichters waren zich voornamelijk geprofileerd als ambtenaren en militairen. "Het staat vast, Cicero weer, dat onze voorvaderen de samenleving met betere instellingen en wetten hebben georganiseerd. Wat militaire aangelegenheden betreft kan ik kort zijn: hierin hebben de onzen veel gepresteerd, zowel door hun dapperheid als ook, en zelfs nog meer, door hun kennis van zaken. En: Was er ooit bij enig volk zoveel ernst, zoveel volharding, grootmoedigheid en beproefde trouw, was er ooit een zo grote degelijkheid in alle opzichten, dat zij met die van onze voorvaderen te vergelijken is?"
Met o.m.: Lucretius' navolging van Epicurus, Seneca's Beata Vita, Cicero's Gesprekken in Tusculum, de 'eigen dingen' van Marcus Aurelius, Quintilianus' cursus retorica, Odi et amo van Catullus, Beatus ille en Carpe diem van Horatius, Ovidius' liefdeslessen, de scabreuze versjes van Martialis, Vergilius' bucolica, Satyricon van Petronius, Caesars De bello Gallico, Livius over Romulus & Remus,Tacitus over de Germanen, de 'faits divers' van Plinius de Oudere, de correspondentie van Plinius de Jongere, de geneeskunst van Galenus, Vitruvius' handboek bouwkunde en Juvenalis' gemopper op het 'onleefbare' Rome.
En verder apocriefe teksten, de geschiedenis der Joden van Flavius Josephus, fragmenten van Eusebius en Hiëronymus, Augustinus' Belijdenissen, de lichtfilosofie van Pseudo-Dionysius de Areopagiet en Boëthius' Vertroosting van de filosofie.
Auteur | | A. de Visser |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Geschiedenis |