God En Geweld
Tussen alle vraagstukken die naar aanleiding van 11 september 2001 aan de orde kwamen, is één vraag voor theologen bijzonder interessant: hoe zit het met het verband tussen God en geweld? Is het werkelijk zo dat de spreekwoordelijke intolerantie van de monotheïstische godsdiensten ertoe leidt dat zij tot een door God gelegitimeerd geweld aanleiding geven?
Hoewel dit standpunt lange tijd doorging voor politiek incorrect in onze samenleving die zich graag beriep op haar multiculturaliteit, is het gewelddadige karakter van de godsdienst, en met name van de islam, de laatste tijd herhaaldelijk naar voren gebracht. Niet alleen door politici in binnen- en buitenland die te kennen gaven dat de islam een achterlijke godsdienst is die op gespannen voet staat met moderne verworvenheden als de scheiding tussen kerk en staat en de gelijkheid tussen man en vrouw, en die daarom een gewelddadige bedreiging vormt voor onze Nederlandse identiteit. Maar vooral ook door cultuurdragers uit islamitische landen zelf, die naar Nederland gevlucht zijn en hier hun bezorgdheid uiten over het gebrek aan vrijheid en tolerantie in de islam, zoals de rechtsgeleerde Afshin Ellian, de schrijver Hafid Bouazza of de politicologe Ayaan Hirsi Ali.
Tegenover deze kritische geluiden wijzen de verdedigers van het geloof graag op het onderscheid tussen de vredelievende ware kern van de godsdienst en de culturele aanslibsels die deze kern in de loop der tijden verduisterd hebben, of het nu gaat om vrouwenbesnijdenis, heilige oorlogen of gebrek aan vrij onderzoek. Deze verdediging door te wijzen op het vredelievende wezen van het eigen geloof wordt niet alleen door christenen bedreven, maar evengoed door moslims die een open en moderne vorm van islam voorstaan als een bijdrage aan de Nederlandse multiculturele samenleving. Zoals zo vaak zijn beide standpunten eenzijdig, en ligt de waarheid in het midden dat gevormd wordt door een combinatie van het gelijk aan beide zijden van dit midden.
Hoewel dit standpunt lange tijd doorging voor politiek incorrect in onze samenleving die zich graag beriep op haar multiculturaliteit, is het gewelddadige karakter van de godsdienst, en met name van de islam, de laatste tijd herhaaldelijk naar voren gebracht. Niet alleen door politici in binnen- en buitenland die te kennen gaven dat de islam een achterlijke godsdienst is die op gespannen voet staat met moderne verworvenheden als de scheiding tussen kerk en staat en de gelijkheid tussen man en vrouw, en die daarom een gewelddadige bedreiging vormt voor onze Nederlandse identiteit. Maar vooral ook door cultuurdragers uit islamitische landen zelf, die naar Nederland gevlucht zijn en hier hun bezorgdheid uiten over het gebrek aan vrijheid en tolerantie in de islam, zoals de rechtsgeleerde Afshin Ellian, de schrijver Hafid Bouazza of de politicologe Ayaan Hirsi Ali.
Tegenover deze kritische geluiden wijzen de verdedigers van het geloof graag op het onderscheid tussen de vredelievende ware kern van de godsdienst en de culturele aanslibsels die deze kern in de loop der tijden verduisterd hebben, of het nu gaat om vrouwenbesnijdenis, heilige oorlogen of gebrek aan vrij onderzoek. Deze verdediging door te wijzen op het vredelievende wezen van het eigen geloof wordt niet alleen door christenen bedreven, maar evengoed door moslims die een open en moderne vorm van islam voorstaan als een bijdrage aan de Nederlandse multiculturele samenleving. Zoals zo vaak zijn beide standpunten eenzijdig, en ligt de waarheid in het midden dat gevormd wordt door een combinatie van het gelijk aan beide zijden van dit midden.
Auteur | | Jean-Pierre Wils |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Religie, Spiritualiteit & Filosofie |