De voet is de drager van de mens en het kenteken van zijn status. De schrijver stelt in deze merkwaardige studie over een nog merkwaardiger onderwerp, een onderzoek in naar e problematiek van de voet en de betekenis die deze heeft voor symboliek. Als uitgangpunt neemt de auteur de droom van Koning Nebuchodonosor (Nebukadnezar) in het twaalfde jaar van zijn regering, zoals die verteld wordt in het boek Daniël: de droom van het verschrikkelijke beeld met zijn hoofd van goud, zijn buik en lenden van koper, zijn schenkels van ijzer en zijn voeten van leem: "de kolos op de lemen voeten". Het boek spreekt voortdurend de taal van het symbool zelf en maakt gebruik van een methodisch onderscheid tussen "symbool" en "teken". Het teken, dat duidelijk en onmiddellijk uitwijs naar een werkelijkheid buiten zich zelf, is dikwijls niet anders dan de rationalisering van het symbool zelf dat tekengevende werkelijkheid in zich zelf is. Door dit onderscheid strak te handhaven, wordt een afglijden naar banale en rationalistische interpretatie voorkomen, en blijft het symbool object van principieel oneindige beschouwing. Alhoewel elk aspect van het symbool de totale betekenis ervan draag, is er toch telkens een verschil in accent en zo behandelt de schrijver na de problematiek, de voet als vruchtbaarheidssymbool, de boet in de symboliek van de beweging en in zijn religieuze en godsdienstige betekenis. Een boek dat onze kennis en waarde van het symbool aanzienlijk verrijkt.