Koopman met de viskar
Dit boek speelt zich af in Rijssen rond 1900. In die tijd woonden daar heel veel kinderen van God. Willem Aaftink hoorde daar ook bij. Dat was niet altijd zo. Totdat de Heere hem bekeerde, spotte Willem met alles wat met de Heere en Zijn dienst te maken heeft.
Willem werd met een handicap geboren. Hij had een vergroeiing aan zijn rug, een bochel. Daarmee werd hij veel geplaagd op school. Daarover maakte zich erg boos. Hij kon geen zwaar werk doen, daarom werd hij knecht bij een visboer. Op de markt achter de kraam voelde hij zich in zijn element.
Op een keer ging Willem – hij was toen 50 jaar – uit nieuwsgierigheid naar de kerk, Het was toen Gods tijd en Willem leerde bidden: 'O Heere, ik heb gezondigd. Ik heb gedaan, wat kwaad is in Uw oog. Daarom ben ik Uw gramschap waardig. Bekeer mij toch tot U.'
Als je het levensverhaal van Willem leest, dan denk je aan de tekst uit de Bijbel: 'Zou iets voor de Heere te wonderlijk zijn?'
Willem werd met een handicap geboren. Hij had een vergroeiing aan zijn rug, een bochel. Daarmee werd hij veel geplaagd op school. Daarover maakte zich erg boos. Hij kon geen zwaar werk doen, daarom werd hij knecht bij een visboer. Op de markt achter de kraam voelde hij zich in zijn element.
Op een keer ging Willem – hij was toen 50 jaar – uit nieuwsgierigheid naar de kerk, Het was toen Gods tijd en Willem leerde bidden: 'O Heere, ik heb gezondigd. Ik heb gedaan, wat kwaad is in Uw oog. Daarom ben ik Uw gramschap waardig. Bekeer mij toch tot U.'
Als je het levensverhaal van Willem leest, dan denk je aan de tekst uit de Bijbel: 'Zou iets voor de Heere te wonderlijk zijn?'
Auteur | | Fris, Krijnie |
Taal | | Nederlands |
Type | | Bindwijze overig |
Categorie | |