Wim was heel dom. Hij liep tegen een auto aan. Nu zit zijn arm in het gips. Maar Wim kan wel naar de kerk. Naar het kerstfeest. Zijn vriend Weis mag ook mee. Weis komt ui t een ver land. Hij weet niet wat kerstfeest is. Als ze weer naar huis gaan is Weis heel blij. Hij kreeg een boek van Wim. Nu kan Weis lezen wat kerstfeest is.