Stillen in den lande' waren de eenvoudige lieden die tot hun droefheid moesten ervaren dat zij aan het eind van de 19e eeuw onder de prediking in veel Hervormde gemeenten niet meer gesticht werden. Zij besloten zich in stilte terug te trekken en onder hen ontstond een bloeiend gezelschapsleven.
In Charlois, een wijk in Rotterdam, ontmoette men elkaar zondags in de woning van de oude De Wit, in de Gouwstraat; daar las men een predikatie van een oudvader.

Mede door het werk van Ds. G.H. Kersten groeiden deze gezelschappen uit tot een geordend kerkelijk leven.
Men vond onderdak in een klein kerkje, aan de Kulk in Charlois en de gemeente werd o.a. gediend door de predikanten J.R van Oordt, C. Pieneman en W.C. Lamain.

De schrijfster groeide op in Charlois en vertelt in dit boek over het gezelschaps- en kerkelijk leven aldaar, in de jaren 1892 tot 1945; over voorvallen uit het leven van Gods volk en de wegen die de Heere met hen hield. Ook mag zij getuigen hoe de Heere in de oorlogsjaren - in 't bijzonder in de Hongerwinter - toonde een Hulp te willen zijn in de bangste omstandigheden.