Golden sixties 1958-1973 : België in de jaren zestig

De Golden Sixties worden dikwijls teruggebracht tot een serie aangrijpende beelden: betogende studenten in Parijs en Leuven, de minirok, de moord op John F. Kennedy en de vreedzame demonstraties van Martin Luther King.
De modale Belg heeft echter andere dingen onthouden: de eerste auto, de televisie en de panty, de onteigeningen voor de aanleg van alweer een nieuwe autosnelweg, de gewestplannen en ruilverkavelingen, de anticonceptiepil, het eigen huis met tuintje ervoor.
In dit boek legt historicus en socioloog Mare Hooghe de nadruk op de veranderingen waar iedereen mee te maken kreeg: de stijging van de levensstandaard, de sluiting van de steenkoolmijnen, de toenemende mobiliteit, de onderwijsexplosie, de achteruitgang van het geloof en de opmars van de vrouwenemancipatie.
De jaren zestig beginnen in België met de opening van de wereldtentoonstelling in 1958. De Expo bevat al datgene waar deze periode symbool voor staat: het geloof in de vooruitgang en in de toekomst. Het decennium eindigt op de barricaden van de sociale kritiek, en in 1973 met de autoloze zondagen.
De gelukzalige consumptiemaatschappij wordt abrupt opgeschrikt door de schreeuw om vrijheid en door het besef dat er grenzen zijn aan de onbeperkte groei.