Leger des heils vertelt het verhaal van een jongen die opgroeit in Sale, Marokko. Hij deelt samen met zijn moeder, zijn zes zussen en zijn jongere broertje Mustafa één ruimte; zijn vader en zijn oudste broer bewonen ieder hun eigen kamer. Het is een warm nest, dat nog eens extra verwarmd wordt door de sensuele spanningen die tussen vader en moeder heersen. De kinderen weten alles van de seksuele bedrijvigheid van hun ouders, maar spreken er uit schaamte niet over.
Als puber worden de hoofdpersoon en zijn jongere broertje Mustafa voor het eerst door hun oudere broer Abdelkebir meegenomen naar Tanger. Op die reis ontdekt hij voor het eerst de ware aard van zijn innerlijke verlangens. Hij vat een liefde op voor zijn oudere broer, die hij aanbidt. Wanneer deze valt voor een vrouw blijft hij in wanhoop achter.
Op zijn twintigste vertrekt hij naar Genève waar hij zijn innerlijke ontdekkingsreis voortzet. Hij heeft dan al zolang van Europa, van boeken, van de bioscoop, van vrijheid gedroomd. Maar het is vooral de eenzaamheid die hij, ver van huis leert kennen. Hij is aantrekkelijk, en speelt daarmee. Hij ontmoet vele mannen op zijn pad. Maar zal hij ooit kunnen ontsnappen aan zijn imago van lustobject?

Abdellah Taïa, een van de belangrijkste jonge Marokkaanse schrijvers van nu, beschrijft in Leger des heils de weg van een kind van onze eeuw, dat op zoek is naar evenwicht tussen de Marokkaanse traditie en de Westerse cultuur, tussen verwarring en ambitie. Hij trotseert de hypocrisie, is zowel rauw als delicaat, naïef als slim en grappig als ontroerend.