Nergens in Europa liep het hoofddoekjesdebat zo hoog op als in Frankrijk, waar de scheiding tussen kerk en staat een groot goed is. Alles wat inbreuk zou kunnen maken op de bij wet vastgestelde godsdienstneutrale ruimte vereist diepgaande discussie. Voorheen vormde het katholicisme een bedreiging voor het bestaan van een soevereine staat; tegenwoordig zorgt de islam voor verhitte gemoederen alom. Olivier Roy stelt in dit boek de vraag: is de islam zelf het probleem of gaat het om godsdienst in het algemeen? Hij onderzoekt of de islam, zoals velen denken, daadwerkelijk onverenigbaar zou zijn met de huidige westerse politieke orde. Waarom wordt de islam niet met dezelfde maten gemeten als andere religies? Ligt dat aan islamitische theologie of heeft het te maken met het feit dat het de godsdienst van immigranten is? Zit er een racistische component in de manier waarop moslims die hun geloof openlijk belijden zo snel van fundamentalisme worden beschuldigd? Deze grondige en scherpzinnige analyse van de rol en de plaats van religie in de openbaarheid is ook voor Nederland, dat nog moeite heeft om binnen deze discussie positie te bepalen, van grote waarde.