Het is altijd mooi weer in het dorp. Op een dag fluit Pantalon zijn hond Augustus en samen gaan ze op jacht. Als hij vlak bij de wijngaard van de oude Mathieu een leeuw neerschiet, is dat het begin van een reeks gebeurtenissen die het dorp op zijn kop zal zetten.
De inwoners van het dorp krijgen dankzij Pantalon - gemodelleerd naar de bekende figuur uit de commedia dell'arte ¬- te maken met een neushoorn en een ijsbeer, een centaur, tovenarij en zelfs met de duivel. Ze worden bovendien aangevallen door marsmannetjes en door een leger van worsten, maar dankzij de dappere Pantalon weten ze overal weerstand aan te bieden. En als zelfs hij geen oplossing meer kan bedenken, doen de bewoners een beroep op de buitengewone vindingrijkheid van Daan Dondersteen. Het is dan ook deze kwajongen die uiteindelijk een raket voltooit waarmee onze held Pantalon als eerste een reis naar de maan maakt, vergezeld door zijn hond Augustus, zijn kat Dikke Minoes en Fifi de goudvis.
Jean Cau schreef zeventien komische, avontuurlijke en fantastische verhalen voor jong en oud, om te lezen en voor te lezen.