Eén zwaluw maakt nog de zomer niet, maar een zomer zonder zwaluwen zou geen zomer zijn.
De huiszwaluw en de boerenzwaluw zijn in oorsprong 'rotsbewoners' die er in de loop van deze eeuw in geslaagd zijn zich aan te passen aan de verstedelijking. De oeverzwaluw komt vooral voor daar waar hij verticale zandige oevers vindt als nestplaats.
Zwaluwen zijn dapper. Deze kleine insekteneters met een gewicht van amper 20 gram, trekken na het broedseizoen zowat vijf, tot tienduizend kilometer verder, naar hun overwinteringsgebied. Het is hierbij merkwaardig dat zwaluwen, die massa's insekten uit de lucht plukken, zélf zo geplaagd worden door parasieten, met alle gevolgen vandien.
Zwaluwen zijn frivool. Bij zwaluwen paren sommige vrouwtjes met vreemde mannetjes, ondanks de moeite die mannetjes doen om hun eigen partner te bewaken. Als de jongen nog maar pas uitgekomen zijn komt het voor dat boeren-zwaluwmannetjes, die eerder hun partner verloren, de jongen van een begeerd vrouwtje doden. Een verrassend gevolg hiervan is dat het getroffen vrouwtje haar eigen partner verlaat voor de moordenaar! Het lijkt wel een Amerikaanse soap-serie!
Zwaluwen zijn bedreigd. Alhoewel zwaluwen over het vermogen beschikken om zich aan te passen aan onze samenleving, hoeft het geen betoog dat het aantal zwaluwen duidelijk afneemt. Het verdwijnen of moedwillig onbruikbaar maken van goede nestplaatsen, het gebrek aan bouwmateriaal voor het nest en een toenemend tekort aan voedsel, zijn hiervan de voornaamste oorzaken. Ook in hun wintergebied gaat het hen de laatste twintig jaar niet voor de wind: toenemende woestijnvorming en het gebruik van insekticiden zijn hier zeker niet vreemd aan.