In een tijd waarin de ontwikkelingen in het migratie- en vreemdelingenrecht sneller gaan dan ooit, is het voor juristen en anderen die met dit rechtsterrein in aanraking komen, van groot belang dat zijn hun kennis op dit gebied opbouwen en op peil houden. Deze uitgave poogt al sedert 1992 te voorzien in deze behoefte aan een actuele en relatief uitvoerige beschrijving van het Nederlandse vreemdelingenrecht. Blijkens de enthousiaste reacties op de eerdere drukken zijn de auteurs daarin ook ruimschoots geslaagd. In dit boek komt aan de orde wanneer een vreemdeling Nederland mag binnen komen, wanneer hij in aanmerking kan komen voor een verblijfstitel, welke verblijfstitels dat kunnen zijn en wanneer het verblijf weer beëindigd kan worden. Aan de orde komen ook de te volgen procedures, de rechtsmiddelen die men in voorkomende gevallen kan aanwenden, en de maatregelen van toezicht en vrijheidsbeneming die op vreemdelingen kunnen worden toegepast. Een apart hoofdstuk wordt gewijd aan de verblijfsvergunning asiel en de daarmee samenhangende asielprocedure. Ten slotte wordt ook aandacht besteed aan de Wet arbeid vreemdelingen en de betekenis van deze wet voor vreemdelingen indien zijn in Nederland willen gaan werken. De auteurs beschikken over een uitgebreide kennis van de theorie en de praktijk van het vreemdelingenrecht. De complexe materie van het vreemdelingenrecht behandelen zijn vanuit beide invalshoeken. In de noten bij de tekst zijn ten behoeve van de rechtspraktijk zeer veel literatuurverwijzingen en jurisprudentie opgenomen.