De etnische diversiteit van de detentiepopulatie is al lange tijd een gegeven. Systematisch onderzoek naar de invloed van die diversiteit op de mogelijkheden voor etnische minderheden in detentie om hun rechten te effectueren is echter grotendeels achterwege gebleven. Dit is opmerkelijk omdat vrijwel iedereen dilemma's kan noemen waarmee het gevangeniswezen zich geconfronteerd ziet. Moet bijvoorbeeld rekening worden gehouden met religieuze spijsvoorschriften van gedetineerden? Kan van de inrichtingsarts verwacht worden dat hij de ziektebeleving van een gedetineerde uit Ethiopië doorgrondt? Ook rijst de vraag of bij selectiecriteria voor resocialisatietrajecten rekening moet worden gehouden met het feit dat deze criteria mogelijk nadelig uitwerken voor allochtone gedetineerden. Centraal staat de vraag in hoeverre gedetineerden die tot een etnische minderheid behoren gelijke mogelijkheden hebben al autochtone gedetineerden om hun rechtspositie te effectueren. Er wordt een toetsingskader geboden waarbinnen een afweging van de rechtvaardigheid van bestaande verschillen in mogelijkheden om grondrechten te effectueren, kan plaatsvinden. Tot slot wordt aandacht besteed aan het belang van een respectvolle bejegening van gedetineerden. Een onrespectvolle detentie brengt in een samenleving waarin een deel van de bevolking zich soms uitgesloten voelt, het gevaar met zich dat deze mensen die samenleving de rug toekeren.