Twee jaar achter elkaar reisde de nu 63-jarige Carry-Ann Tjong-Ayong in de maanden
september en oktober naar het marrondorpje Masiakriki aan de Boven-Suriname, om de
bevolking te ondersteunen bij het opzetten van een crèche voor hun kinderen, de allereerste
crèche in het regenwoud. Dit was een gewaagde onderneming omdat zij aan de linkerkant
verlamd is en met haar rolstoel in een kleine korjaal zes uur over de rivier vol
stroomversnellingen moest reizen bij een soms heel lage waterstand. Ze werd echter warm
ontvangen door de plaatselijke bevolking die hun erkentelijkheid demonstreerden door haar
een therapeutische behandeling aan te bieden volgens de oude tradities en rituelen. Haar
avonturen en ervaringen bij de marrons en de jeugdherinneringen die dit verblijf bij haar
oproepen worden op poëtische wijze weergegeven in dit boek.

Carry-Ann Tjong-Ayong werd op 10 februari in Paramaribo, Suriname, geboren als derde
kind van de chirurg Frits Tjong-Ayong en Paulina Comvalius. Na de middelbare school
studeerde zij Spaans aan de Universiteit Groningen en Klinische Pedagogiek aan de
Universiteit Utrecht.
De schrijfster staat bekend als activiste in het maatschappelijke en politieke leven en maakte
van 1990-2001 deel uit van de Provinciale Staten en de gemeenteraad van Utrecht. In 2000
won zij de Zami Award op het Black Magic Woman Festival met haar gedicht De wasvrouw
en debuteerde in 2001 als dichteres met de gelijknamige bundel. Door een hersenbloeding is
zij nu minder maatschappelijk actief, maar haar creativiteit is toegenomen. Zij speelt theater,
houdt voordrachten en zet projecten op in ontwikkelingslanden.