Tussen Hamer En Aambeeld
De novelle Tussen hamer en aambeeld vormt het relaas van soldaat Nicolai Fjodorowitch Waranef die kort na de Tweede Wereldoorlog een grenspost tussen Bratislava en Wenen bemant en per ongeluk, bedoeld als een waarschuwing, een Engelse politicus neerschiet die de grens oversteekt. De Engelsman is direct dood en de media storten zich zonder weerga op de schildwacht die niet anders deed dan zijn plicht. Het schot wordt hem noodlottig.
Voor het eerst na 47 jaar verschijnt een tweede druk van Mulisch' prozadebuut in een sierlijk genaaid, gebonden editie met leeslintje bij Uitgeverij Conserve, zoals eerder in december 1998 de debuutroman Conserve van Willem Frederik Hermans bij Conserve verscheen. Nieuw is het verhelderende essay van NRC Handelsblad recensent Arnold Heumakers.
Harry Mulisch schreef Tussen hamer en aambeeld in juli en augustus 1947. Het duurde echter ruim vijf jaar voordat het in september 1952 in boekvorm verscheen in de Boekvinkreeks 'Literatuur in miniatuur' bij De Arbeiderspers. Niemand zou later kunnen bevroeden dat het zo lang geduurd had voordat Mulisch eindelijk zijn debuut kon publiceren. Als hij niet in 1951 de Reina Prinsen Geerligsprijs had gekregen voor het manuscript van Archibald Strohalm zou het misschien nog langer hebben geduurd.
Het geleur met het boek deed Mulisch naderhand steeds meer twijfelen over de kwaliteit ervan. Hij schreef daarover in Mijn getijdenboek (1975): 'In 1956, in Voer voor psychologen, noemde ik het al een 'lor' en ik liet De Arbeiderspers weten dat het niet herdrukt mocht worden. Tien jaar later, in de tweede Anekdoten rondom de dood, ging ik nog een stap verder en schreef over 'mijn eerste gepubliceerde novelle, Tussen hamer en aambeeld, waarvan de titel door mijn vader is bedacht en die hierbij geannuleerd en doodverklaard is. Zij mag nooit worden herdrukt, niet in het verzameld werk voorkomen, heeft nooit bestaan.'Wat bezielde mij in hemelsnaam? Waar haalde die grijsaard van bijna veertig het recht vandaan om zo hard te oordelen over het werk van de negentienjarige? Het was toch zijn verhaal? Blijkbaar had ik mij inmiddels zelf ook bij die afwijzende wereld van toen gevoegd - en ook toen was ik er gelukkig doorheen gebroken. Daarom (verjongd door het boek dat ik momenteel onder handen heb) herroep ik nu het testament, roep het verhaal op uit de doden en bepaal dat het best in mijn opera mag voorkomen. Natuurlijk wel. De titel is heel goed, en het verhaal behelst een opmerkelijk voorgevoel van de naderende koude oorlog. Zo, dat is ook weer geregeld.'
Recensies over Tussen hamer en aambeeld verschenen er nauwelijks. De kritiek van H.A. Gornperts vormde daarop een gunstige uitzondering. Hij recenseerde eerder Mulisch' romandebuut Archibald Strohalm, dat een maand na de novelle uitkwam.'Wat hem (Mulisch) geboeid moet hebben is het thema 'enkeling contra gemeenschap', dat ook ten grondslag ligt aan Strohalms problemen. Maar in Tussen hamer en aambeeld krijgt het probleem een vrij conventionele vorm. Dit verhaal, ofschoon technisch verdienstelijk, doet nog weinig van Mulisch' bijzondere aanleg vermoeden.'
Voor het eerst na 47 jaar verschijnt een tweede druk van Mulisch' prozadebuut in een sierlijk genaaid, gebonden editie met leeslintje bij Uitgeverij Conserve, zoals eerder in december 1998 de debuutroman Conserve van Willem Frederik Hermans bij Conserve verscheen. Nieuw is het verhelderende essay van NRC Handelsblad recensent Arnold Heumakers.
Harry Mulisch schreef Tussen hamer en aambeeld in juli en augustus 1947. Het duurde echter ruim vijf jaar voordat het in september 1952 in boekvorm verscheen in de Boekvinkreeks 'Literatuur in miniatuur' bij De Arbeiderspers. Niemand zou later kunnen bevroeden dat het zo lang geduurd had voordat Mulisch eindelijk zijn debuut kon publiceren. Als hij niet in 1951 de Reina Prinsen Geerligsprijs had gekregen voor het manuscript van Archibald Strohalm zou het misschien nog langer hebben geduurd.
Het geleur met het boek deed Mulisch naderhand steeds meer twijfelen over de kwaliteit ervan. Hij schreef daarover in Mijn getijdenboek (1975): 'In 1956, in Voer voor psychologen, noemde ik het al een 'lor' en ik liet De Arbeiderspers weten dat het niet herdrukt mocht worden. Tien jaar later, in de tweede Anekdoten rondom de dood, ging ik nog een stap verder en schreef over 'mijn eerste gepubliceerde novelle, Tussen hamer en aambeeld, waarvan de titel door mijn vader is bedacht en die hierbij geannuleerd en doodverklaard is. Zij mag nooit worden herdrukt, niet in het verzameld werk voorkomen, heeft nooit bestaan.'Wat bezielde mij in hemelsnaam? Waar haalde die grijsaard van bijna veertig het recht vandaan om zo hard te oordelen over het werk van de negentienjarige? Het was toch zijn verhaal? Blijkbaar had ik mij inmiddels zelf ook bij die afwijzende wereld van toen gevoegd - en ook toen was ik er gelukkig doorheen gebroken. Daarom (verjongd door het boek dat ik momenteel onder handen heb) herroep ik nu het testament, roep het verhaal op uit de doden en bepaal dat het best in mijn opera mag voorkomen. Natuurlijk wel. De titel is heel goed, en het verhaal behelst een opmerkelijk voorgevoel van de naderende koude oorlog. Zo, dat is ook weer geregeld.'
Recensies over Tussen hamer en aambeeld verschenen er nauwelijks. De kritiek van H.A. Gornperts vormde daarop een gunstige uitzondering. Hij recenseerde eerder Mulisch' romandebuut Archibald Strohalm, dat een maand na de novelle uitkwam.'Wat hem (Mulisch) geboeid moet hebben is het thema 'enkeling contra gemeenschap', dat ook ten grondslag ligt aan Strohalms problemen. Maar in Tussen hamer en aambeeld krijgt het probleem een vrij conventionele vorm. Dit verhaal, ofschoon technisch verdienstelijk, doet nog weinig van Mulisch' bijzondere aanleg vermoeden.'
Auteur | | Harry Mulisch |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Literatuur & Romans |