Anatolie
Toen de Franse archeoloog en ontdekkingsreiziger Charles-Félix-Marie Texier in 1834 over de Centraal Anatolische hooglanden van Turkije trok, had hij een doel: hij was op zoek naar de ruïnes van de Romeinse nederzetting Tavium. Texier trok van dorp tot dorp met de vraag of er ook ruïnes in de omgeving waren. Vaak luidde het antwoord ja, zoals ook in Bogazköy, nu Bogazköy, een dorp in een dunbevolkt gebied op 145 kilometer ten oosten van de Turkse hoofdstad Ankara. Achter een paar dorpelingen aan maakte hij een lange klim door de woeste heuvels boven het dorp, tot hij terechtkwam bij de resten van een versterkte muur met wachttorens en twee poorten, de ene geflankeerd door grote stenen leeuwen, de andere getooid met een meer dan levensgrote afbeelding, vermoedelijk van een koning. De muur omsloot een terrein van minstens 2,5 vierkante kilometer; binnen de muren zag Texier reusachtige steenblokken: de onmiskenbare resten van immense fundamenten. Een enthousiaste dorpeling bracht Texier vervolgens na een wandeling van een uur over een kronkelig pad bij wat de zoveelste, voor de streek kenmerkende hoge kalkstenen rotsformatie leek. Toen de Fransman dichter bij de rotsen kwam, begreep hij echter waarom zijn gids hem hierheen had gebracht. Over twee, op het oog natuurlijke, galerijen schreed een statige stoet van 66 gebeeldhouwde figuren, sommige met grote, kromme zwaarden en kegelvormige kronen, andere gekleed in golvende gewaden.
Auteur | | Jan van Gestel |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Geschiedenis |