Mesopotamie. machtige vorsten. oude besc
Eeuwenlang hebben reizigers zich door de troosteloze woestijnen van Syrië en Irak gehaast zonder te vermoeden dat, op luttele meters van hun platgetreden route, onder vormeloze, raadselachtige zandheuvels steden begraven lagen die zich ooit boven een groen en vruchtbaar land hadden verheven. Voor het ongeoefende oog waren de resten van luisterrijke paleizen en torenhoge tempels in de felle gloed van de genadeloze zon nauwelijks te onderscheiden. Maar de Franse archeoloog André Parrot was geen argeloze passant. Toen hij in de jaren twintig van deze eeuw door deze door woestijnwinden gevormde vlakten zwierf, hoorde Parrot, zoals hij het formuleerde, de "echo's" van de eerste grootse verrichtingen van de mens, "een samenklank van machtige namen: Hammurabi, Nebukad nezar", die voor hem niet alleen deze reuzen van de oudheid opriep, maar tevens complete bijbeltaferelen. Parrot leefde tijdens zijn speurtocht naar het eerbiedwaardige verleden van Mesopotamië in "rieten hutten, die overdag in ovens veranderen en 's nachts in ijskelders", en had te kampen met "de kwaadaardige en weerzinwekkende vliegen; de schorpioenen die onderaan de muren "pen en zich soms in je beddegoed verstoppen; de tussen het puin van de ruïnes op de loer liggende gehoornde adders, waarvan de beet voor zelfs het meest robuuste slachtoffer binnen enkele minuten dodelijk zou zijn". Toen, op een schroeihete dag in januari 1934, op een Tell Hariri geheten heuvel in Syrië, twintig kilometer van de Iraakse grens, bevestigde het witte beeldje dat hij in zijn handen hield dat zijn ontberingen niet vergeefs waren geweest.
Auteur | | Jan van Gestel |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Geschiedenis |