Belangrijke maatschappelijke veranderingen in de twintigste eeuw hebben de relatie tussen blanke en zwarte Amerikanen ingrijpend veranderd, maar het hardnekkige, wederzijdse wantrouwen is daarmee niet weggenomen. Ondanks de individuele successen van zwarte Amerikanen als Oprah Winfrey, Michael Jackson en Colin Powell is de emancipatie van de zwarte bevolkingsgroep niet zo succesvol verlopen als verwacht. Het gemiddelde inkomen van zwarte mannen bedraagt nog steeds niet meer dan 57 % van dat van blanke mannen; de kans dat een jonge zwarte man wordt vermoord is maar liefst meer dan tienmaal zo groot dan voor blanke leeftijdsgenoten. In Indianapolis werd een zwarte jongen door de politie doodgeschoten omdat hij zo hard fietste dat een agent dacht dat hij wegvluchtte na het plegen van een misdaad, en de beelden van de zeer hardhandige afranseling van Rodney King door twaalf blanke agenten staan bij menigeen in het geheugen gegrift.
Hardnekkig wantrouwen beschrijft de geschiedenis van deze vaak moeizame relatie tussen blanke en zwarte Amerikanen – vanaf de definitieve mislukking van de slavenemancipatie via de tweede emancipatie die uitloopt op de burgerrechtenbeweging en de burgerrechtenwetten in de jaren zestig, tot de huidige situatie waarin er ondanks alle veranderingen tussen blank en zwart nog steeds een grote kloof bestaat.