Grammatica is een uitgelezen instrument om de vele facetten van onze taal aan het licht te brengen, om de rijkdom in vorm en betekenis ervan te ontdekken. Dat is wat deze inleiding in de grammatica van het Nederlands de lezer wil duidelijk maken. De kennis die in dit boek wordt opgediend, vormt dan ook een uitstekend uitgangspunt voor wie teksten wil analyseren met het oog op communicatieve en literaire aspecten. Het boek onderscheidt zich doordat ook alledaagse, maar moeilijk analyseerbare taaluitingen besproken worden; in andere grammatica's blijven die vaak uit didactische overwegingen buiten beschouwing. Meer dan de gebruikelijke kant-en-klare voorbeeldzinnen maken deze taaluitingen deel uit van ons dagelijkse taalgebruik; alleen al daarom verdienen ze de aandacht die ze hier krijgen.

Daarnaast willen de auteurs met dit boek een brug slaan tussen de traditionele grammatica en de moderne taalkunde. Vaak worden de tegenstellingen tussen deze twee zwaar aangezet, waarbij de traditionele grammatica als een afgesloten geheel wordt voorgesteld en de moderne taalkunde als een volledig nieuw begin. In dit boek worden het heden en het verleden op een natuurlijke wijze met elkaar verbonden, zodat de lezer de overgang als het ware zelf kan meebeleven. Zo valt ook te begrijpen dat die ontwikkeling er niet een is van achterhaalde naar nieuwe, juistere inzichten, maar een - nog lang niet voltooid - proces van verdieping en verbreding is.