Koloniale taalpolitiek in Oost en West
Hoe sprong de Nederlandse overheid om met de Inheemse talen van onze voormalige koloniën? En welke rol werd er aan het Nederlands toebedacht? Deze bundel vormt een eerste verkenning van de koloniale taalpolitiek in zowel Oost-Indië (Indonesië) als West-Indië (Suriname, Nederlandse Antillen en Aruba). In zeven hoofdstukken staat Oost-Indië centraal en wordt ingegaan op de taalpolitiek ten aanzien van het Maleis, het Nederlands, het Javaans, het Soendanees, het Batak, op het beleid van het Kantoor voor de Volkslectuur en op de taalopleiding van de Indische bestuursambtenaren. Twee hoofdstukken betreffen Suriname en behandelen de taalpolitiek ten aanzien van de Inheemse talen en het Nederlands. De laatste twee hoofdstukken schetsen de taalpolitiek op de Nederlandse Antillen en Aruba. Veel aandacht wordt besteed aan de voertaalkwestie, die vooral in het onderwijs - de institutie bij uitstek om taalpólitiek vorm te geven - overal telkens weer tot heftige discussies zou leiden. Steeds komt naar voren hoezeer de huidige taalpolitieke problemen in de verschillende landen hun wortels hebben in het koloniale verleden en hoezeer kennis van dit verleden nu nog een bijdrage kan leveren aan actuele taalpolitieke discussies.
Auteur | | |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Mens & Maatschappij |