Arnhem groeide van een kleine agrarische nederzetting gedurende de periode tot 1700 uit tot een belangrijke stad. De nederzetting die tussen de heuvels van de Veluwe en het rivierengebied was ontstaan, verwierf in 1233 stadsrecht. Als hoofdstad van het kwartier van Veluwe werd Arnhem een middelpunt van bestuur en rechtspraak. De komst van de Kanselarij, de vestiging van een Rekenkamer en de geregeld in Arnhem gehouden Landdagen gaven de stad aanzien en allure. Dit ging haast vanzelfsprekend gepaard met aanzienlijke economische ontwikkelingen als de opkomst van gilden, markten, nijverheid en handel in onder meer laken, bier, leer, graan en vee. Arnhem tot 1700 is het eerste deel van een drieluik over de geschiedenis van de huidige hoofdstad van Gelderland. Dit boek biedt de lezer een toegankelijk historisch overzicht vanaf de prehistorie tot 1700.