Catherina de Medici, koningin van Frankrijk is een meeslepend verhaal over moord en doodslag, gekonkel en complotten, hofintriges en niets ontziend godsdienstfanatisme, wraak en weerwraak, affaires en maîtresses. Het is tevens het verhaal van een oersterke vrouw, een politiek dier met maar één blinde vlek: de onvoorwaardelijke liefde voor haar kinderen.
Na de domme dood van haar man Hendrik II verdedigt ze als een leeuwin de Franse troon voor haar drie zoons. Daar is alle reden toe, het zijn stuk voor stuk ziekelijke slapjanussen die niet alleen elkaar naar het leven staan, maar het zonder de koningin-moeder in het woelige Frankrijk niet zouden hebben overleefd.
Tijdens Catherina's bewind raakt heel Europa, de Nederlanden inbegrepen, in wrede godsdienstoorlogen verwikkeld. En hoewel Catherina als meesterstrateeg door samenzweringen en uitgekiende politieke huwelijken de stabiliteit in Frankrijk probeert te garanderen, loopt alles finaal uit de hand. Tijdens de beruchte, bloedige Sint-Bartholomeusnacht in Parijs worden zowat alle hooggeboren protestantse genodigden van Catherina in een hinderlaag gelokt en op gruwelijke wijze vermoord. De geschiedenis heeft de 'zwarte koningin' dit bloedbad nooit vergeven. Maar volgens Leonie Frieda is de waarheid veel genuanceerder.