Struiken zijn net als bomen bepalend voor de aanblik van onze landschappen. In de lente zijn ze overdekt met witte, gele of rode bloemen. ?s Zomers vormen ze groene zomen aan bosranden en langs wegen. In het najaar pronken ze met bonte herfstbladen of dragen ze opvallend gekleurde vruchten. Tevens geven ze onderdak, bescherming en voedsel aan allerlei dieren.
In deze natuurgids komen de meest voorkomende wilde struiken voor, maar ook veel sierheesters voor de tuin. 500 schitterende kleurenfoto's geven een beeld van de algemene verschijningsvorm (habitus) en van detailkenmerken van bladeren, bloemen en vruchten, knoppen, bastvormen, doornen en stekels. In de tekst wordt elke soort nader beschreven met aanvullende gegevens over bloeitijd, voorkomen en standplaatseisen. Bovendien worden verwante soorten behandeld en wordt aangegeven welk nut dieren voor de struik hebben. Het beproefde systeem van gekleurde labels boven aan de bladzijden maakt het ook voor de leek eenvoudig struiken op naam te brengen. Deze gids wil echter meer zijn dan louter een determineertabel. In de hoofdstukken 'Struiken herkennen" en 'Struiken begrijpen" maakt men nader kennis met de talrijke groeivormen van struiken, hun verschillende gedaante in de vier jaargetijden en hun waarde als biotoop voor dieren.