De Bijbel is zonder twijfel het belangrijkste boek van de westerse beschaving. De bijbel is sinds de uitvinding van de boekdrukkunst het meest verspreide boek ter wereld en is in meer talen
verschenen dan enig ander geschrift.
In de Atlas van de bijbel maakt de Britse geleerde John Rogerson de inhoud van het Boek beter toegankelijk door de lezer in het Heilige Land, het gebied waar de bijbelse geschiedenis zich voltrok, rond te leiden. In het centrale deel van deze atlas voert hij zijn publiek goor de verschillende streken van het oude Israël - globaal het gebied van de Twaalf Stammen - en wijst hij de plaatsen, zoals Sidon, Caesarea, Masada, Bethlehem en Jericho, die in het Oude en Nieuwe Testament een
belangrijke rol spelen.
Maar niet alleen de geografie van het Bijbelse land wordt in deze atlas behandeld. Rogerson geeft tevens een levendige beschrijving van de wijze waarop de bijbel zoals wij die kennen tot ons is gekomen en hij schetst op overzichtelijke wijze de hoofdlijnen van de Bijbelse
J
geschiedenis. Door het boek heen zijn aparte artikelen opgenomen waarin specifieke thema’s uit de Bijbelse tijd worden belicht. Aandacht wordt onder meer besteed aan het dagelijks leven in de Oudtestamentische periode, de tempel van Herodes, en Jeruzalem zoals Jezus dat gekend heeft. Door deze benadering van de bijbel en zijn geschiedenis geeft John Rogerson een heldere, nieuwe kijk op het eeuwenoude Boek.