De pianiste is een even honende als schrijnende roman over muziek, een vrouw en de liefde - of misschien wel over Oostenrijk. In een hoog tempo en een soms acrobatische stijl rijgt Jelinek het ene haarscherpe beeld aan het andere. Zij roept het beeld op van een beschadigd leven, waarvan eigenlijk het meest schrikwekkende de herkenbaarheid is. Het achtste Bezirk van Wenen is een negentiende-eeuwse woonwijk in verval. 'Een geliefde buurt wat moorden betreft: maar verder keurig. Hier woont Erika Kohut, na een mislukte solistencarrière pianolerares, in een verstikkende symbiose met haar moeder. Op weg naar huis bezoekt Erika peepshows, 's nachts bespiedt ze hoeren bij hun werk. Ze blijft er schijnbaar gevoelloos onder. Dan verschijnt Walter Klemmer ten tonele en is het afgelopen met Erika's rust. Na de eerste onhandige seksuele verkenningen in een bezemkast, neemt Erika de regie in handen. In een brief schrijft ze Klemmer exact voor hoe hij haar moet vernederen. Walter beantwoordt haar verlangens met banaal geweld en laat haar op de vloer van haar kamer achter.