Criminaliteit en rechtshandhaving in de euregio maas-rijn. deel 2
In dit boek wordt verslag uitgebracht van het tweede deel van het onderzoek naar de grensoverschrijdende (zware, georganiseerde) criminaliteit in de Euregio Maas-Rijn en de (mogelijkheden tot verbetering van de) politiële, justitiële en bestuurlijke samenwerking in deze regio ter bestrijding hiervan. De eerste drie delen van deze studie zijn gewijd aan de inrichting van de opsporing en vervolging in België, Duitsland en Nederland. In de Delen I en II wordt enerzijds de organisatie van de reguliere politie en het openbaar ministerie en anderzijds de inrichting van het strafrechtelijk vooronderzoek in deze drie landen geanalyseerd. Dit biedt het noodzakelijke referentiekader voor Deel III, waarin een grondige en rechtsvergelijkende analyse plaatsvindt van een aantal opsporingsbevoegdheden die in de politionele en justitiële praktijk – met name ook grensoverschrijdend – van groot belang zijn. In de eerste plaats gaat het om een aantal meer klassieke bevoegdheden, zoals het verhoor; het gewelden vuurwapengebruik; de vrijheidsberoving; het onderzoek aan kleding en lichaam; en de doorzoeking en het beslag. Ten tweede wordt ingegaan op het onderscheppen van poststukken en de zoeking in informaticasystemen. En in de derde plaats komen een aantal ingrijpende ‘bijzondere’ opsporingsbevoegdheden aan bod. Het gaat om de opname en het onderzoek van (tele)communicatie, met inbegrip van het afluisteren en opnemen van nietopenbare gesprekken en van gesprekken in of uit een woning; de observatie; de inkijkoperatie; de informantenwerking; de infiltratie en de pseudokoop en -dienstverlening; en de gecontroleerde aflevering. De Delen IV tot en met VI van dit boek zijn gerelateerd aan de internationale politiële en justitiële samenwerking tussen België, Duitsland en Nederland. In de
eerste plaats gaat het om de internationale politiële en justitiële informatie-uitwisseling (Deel IV). Vervolgens wordt in Deel V ingegaan op vormen van internationale samenwerking waarbij (opsporings)autoriteiten grensoverschrijdend optreden. Hierbij moet niet alleen worden gedacht aan de aanwezigheid van autoriteiten van de verzoekende Staat bij de uitvoering van een ambtelijke opdracht en aan het uitzenden van verbindingsofficieren, maar ook aan meer operationele bevoegdheden, zoals de grensoverschrijdende achtervolging; de grensoverschrijdende
observatie; de grensoverschrijdende gecontroleerde aflevering; de grensoverschrijdende infiltratie; en de gemeenschappelijke onderzoeksteams. Tot slot wordt in Deel VI het gebruik van in het buitenland verkregen bewijs naar Belgisch, Duits en Nederlands recht geanalyseerd.
Dirk Van Daele (Sint-Niklaas, 1970) is hoofddocent aan de K.U. Leuven, waar hij Juridische en gedragswetenschappelijke aspecten van politie, International and European criminal policy en International police and judicial cooperation doceert. Hij verrichtte in de afgelopen jaren onder meer onderzoek naar het openbaar ministerie en het strafrechtelijk beleid, de fraudebestrijding in Europees perspectief en de wederzijdse rechtshulp binnen de Europese Unie.
Bart Vangeebergen (Sint-Truiden, 1977) is wetenschappelijk medewerker aan de K.U.Leuven. Hij is jurist en criminoloog en bereidt momenteel een doctoraat in de rechten voor over de rol van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten in het kader van de opsporing en vervolging van strafbare feiten.
Auteur | | Dirk van Daele |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Rechten |