Jevgenji Onjegin
Nee, lach niet om mijn nors gelaat, ach! lachen kan ik zelf niet meer. Maar God verhoede dat u ooit tranen ja, ijdele tranen wenen moet. En vraagt u welke geheime smart ik tors, die vreugd' en jeugd vergalt? En poogt ge vergeefs te vorsen naar een pijn die zelfs u niet stillen kan? 't Is niet de leifde, 't is geen haat, noch van Eerzucht het gefnuikte streven dat me mijn huidige staat verfoeien doet en wegdrijft van wat ik 't hoogste prees. Het is die weerzin die mij bevangt bij al wat ik aantref: hoor of zie, in Schoonheid schep ik geen behagen, uw ogen bekoren mij amper meer. Het is dat eeuwig, eindeloos ongenoegen waardoor de joodse wandelaar zwerven bleef; dat de blik beperkt tot aan het graf maar tevoren alle rust verhindert. Wat balling kan zichzelf ontvluchten? Al wijk ik naar steeds verdere oorden, noch blijft mij waar 'k ook ben vervolgen de vloek van 't leven die Denken heet. Toch lijken anderen zich te vermaken en genieten van al wat ik schuwen moet, Oh! mogen zij verrukt bl
Auteur | | K. Sjilovski |
Taal | | Nederlands |
Type | | Bindwijze overig |
Categorie | |