James Ensor, de baden van Oostende
In 1783 verschijnt op het strand van Oostende de eerste badkar. In de daaropvolgende decennia komen steeds meer families en 'etrangers d'elite' in het vestingstadje kuren en ontspanning zoeken. Vanaf 1834 maakt koning Leopold I van Oostende zijn zomerresidentie. Onder Leopold II groeit het stadje uit tot 'koningin der badsteden, de parel aan de kroon van de Belle Epoque. In 1890, een topjaar voor Oostende, schildert de dertigjarige Ensor zijn De baden van Oostende, een breed opgezet fresco van het Oostendse strandleven, een ironisch portret van baders, redders en kijklustige, gekruid met erotische allusies, een marine 'effect de chair'. In 1902 wordt het kansspel verboden en begint de neergang van Oostende, in 1909 bezegeld door de dood van Leopold II. Wanneer Ensor in 1926 een nieuwe versie schidert van zijn Baden, is dat een morbide kopie van zijn oorspronkelijke satire: het geklepper van de geraamten overstemt het gekir van de baadsters en de nimfen. De Baden van Oostende bevat een
Auteur | | Patrick Florizoone |
Taal | | Engels |
Type | | Onbekende bindwijze |
Categorie | | Kunst & Fotografie |