Aan het begin van de twintigste eeuw wasnog bijna iedere Nederlander lid van eenkerkgenootschap, al ging het vaak om eenformeel lidmaatschap, zonder enigebetrokkenheid. Een eeuw later is het aantalkerkse Nederlanders tot een kleineminderheid gedaald, al is die procentueelnog wel groter dan in andere landen vanWest-Europa. Hoe is deze ontwikkelingverlopen?Eginhard Meijering beschrijft hoe deonderling sterk verdeelde christenen in deeerste twee decennia hun emancipatiestrijdwonnen van de liberale staat, hoe zij tussende wereldoorlogen het land domineerden,hoe er na de Tweede Wereldoorlog eenbeweging van vernieuwing en restauratiewas, en hoe in de jaren zestig het langzaamvoortschrijdende proces van ontkerkelijkingin een stroomversnelling raakte: hetverzuilde Nederland ontzuilde.Hij besteedt in het bijzonder aandacht aande theologische ontwikkelingen in dediverse kerken, aan het kerkelijke leven metzijn vele twisten en aan de opstelling van dechristenen in de politiek.Het Nederlands christendom in de twintigsteeeuw is een historisch handboek datonmisbaar is voor wie wil weten wat er opkerkelijk gebied is gebeurd, en geeft eenbijzondere kijk op de recente vaderlandsegeschiedenis.