Atlas Van Plantengemeenschappen In Nederland
Met dit vierde deel wordt de Atlas van Plantengemeenschappen in Nederland afgerond. Tot de hoofdonderwerpen behoren de Nederlandse bossen op natte en droge, rijke en arme bodem, waarvan de samenstelling uitvoerig besproken wordt. Behalve bomen, struiken en bosplanten krijgen daarbij ook mossen, korstmossen en paddestoelen veel aandacht, terwijl ook de fauna aan bod komt. De ontwikkelingsgeschiedenis, de vele vormen van exploitatie en het toekomstperspectief van het Nederlandse bos komen eveneens ter sprake, onder meer in een uitvoerig inleidend hoofdstuk met bijdragen van specialisten in diverse gebieden. Een en ander wordt geïllustreerd met een bonte verscheidenheid aan afbeeldingen uit allerlei bronnen. Ook de bronnen die zijn aangeboord voor het samenstellen van de verspreidingskaarten, hebben een zeer gevarieerd karakter. Door middel van voetnoten wordt veel moeilijk toegankelijke informatie uit archieven (onder meer herbaria) en uit oude boeken (vanaf de 16e eeuw) ontsloten. Behalve de bossen worden ook struwelen en ruigten behandeld. Daarbij krijgen onder meer de braamstruwelen ruimte aandacht, een vegetatietype waarvoor Nederland grote internationale verantwoordelijkheid draagt. Dit laatste atlasdeel sluit af met een 35 bladzijden tellend register op de gehele atlas. Behalve de plantengemeenschappen worden daar ook alle soorten planten, zwammen en dieren vermeld die in de atlas ter sprake komen.
Auteur | | Eddy J. Weeda |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Wetenschap & Natuur |