In Ismael komt een jonge vrouw er stukje bij beetje achter dat ze verliefd is op een fantoom. Zij wordt geconfronteerd met drie prototypen man: de Onbereikbare, de Vriend Die Wel Wil Maar Niet Durft en de Rasopportunist. Ismael is geschreven in een vlotte, laconieke en eigenwijze stijl, vol zelfspot en wisecracks - een prachtige roman over de melancholiek van verliefdheid.
Francisca Eloïse, bijgenaamd 'Fee', de verteller en hoofdpersoon, vat een onmogelijke en obsessieve liefde op voor de onbereikbare en reislustige Ismael, terwijl Ban David, diens beste vriend, haar met zijn kennis van de poëzie tracht te verleiden. Ismael is op zijn beurt verliefd op de 'misdadig mooie' Nadinda. Wanneer Fee een vriendschap opvat voor de Russische babbelzieke - aan chocola en alcohol verslaafde - dichter Wanja en hem in huis neemt, verschijnen er ansichtkaarten op de deurmat: uit Venetië en Barcelona, geschreven in het zorgvuldige handschrift van Ismael, die zijn dagen doorbrengt met Nadinda...