Sebastiaan Duister is een halfbloed: zijn moeder is een elf, zijn vader een mens. Na de dood van zijn vader treedt hij in diens voetsporen als nar aan het hof van Keladon. Maar algauw raakt hij in allerlei avonturen verzeild. Samen met de pratende buffaloop Max en hun metgezel Cornelius Drummel redt hij in het eerste deel prinses Karijn uit de klauwen van haar boosaardige oom koning Septimus.

In dit tweede deel komt het avontuurlijke drietal voor nog hetere vuren te staan. Cornelius heeft de hand weten te leggen op de schatkaart van kapitein Callinestra en is vastbesloten de schat van de beruchte piratenkoning te vinden. De reis voert hen naar de havenstad Ramalat. Maar voor ze daar aankomen, moeten ze eerst het spookachtige Woud van Geltaan doorkruisen, waar Sebastiaan in de ban raakt van de gevaarlijke tovenares Leonora. Als dat al niet erg genoeg is, raken ze betrokken bij hevige zeegevechten, worden ze achternagezeten door een woedende meute piraten, ontmoeten ze de veertienjarige piratenkoning Kapitain Kid en moeten ze het opnemen tegen vraatzuchtige zeedieren en reuzenhagedissen. Kortom: opnieuw een hilarisch verhaal vol avonturen van meesterverteller Philip Caveney.