Dit is het zesde deel in de reeks 'De Vlinderwei', een aantrekkelijke serie kleine boekjes over enkele lieftallige vlindermeisjes, die met hun spitse gezichtjes en dromerige vleugeltjes aan de bloemenkinderen van Cicely Mary Barker doen denken. De hoofdpersonages zijn vermenselijkte vlinders, zoals een dagpauwoog (Twinkel), een koolwitje (Malva), een boomblauwtje (Skipper) en een gele luzernevlinder (Dartel). Ze komen uit hun cocon, vliegen rond, bekijken de natuur en ontmoeten andere (vooral kleine) dieren, zoals insecten en vogels, die net als zij kunnen spreken. Sommige dieren zijn boosaardig, maar de meeste, zoals de lieveheersbeestjes en hommels, worden al snel hun vriend. De mooie bomen en planten, de rondfladderende vlindermeisjes, de sprekende dieren en de ontdekking van de wereld zorgen zonder meer voor een sprookjesachtige sfeer. De vlinderfeesten met glimwormverlichting, de springwedstrijden van de kikkers in de dotterbloemvijver, samen met vriendinnen lekkere slokjes nectar smullen: alles is lieflijk en sympathiek.

De reeks begint wanneer Dartel, die net uit haar cocon is gekropen, haar verkenning van de wereld aanvat, samen met haar nieuwe vriendin Skipper (Dartels eerste dag). In Twinkels avontuur ontmoet Dartel Twinkel, die zo overmoedig vliegt dat ze in het water valt en met haar natte vleugels moet worden gered. Verder maken we kennis met Malva (uit Malva's topteam), een snelle vlinder die aan een sportdag wil deelnemen, maar een ongeluk krijgt en misschien helemaal niet meer kan meedoen. In Skipper schiet te hulp ontdekt Skipper tijdens een onweer een cocon met een pasgeboren vlindertje. Wanneer de vlindervriendinnen een egel in nood ontmoeten in de boomgaard, vinden ze er iets op om het arme dier in Dartel bedenkt een plan uit zijn stekelige situatie te verlossen. In Twinkel en de bezige bij ten slotte helpen de vlinders de bij Sting om zijn weg naar de bijenkorf terug te vinden.

Een lieflijke reeks voor wie van bloemen, bijtjes en vlinders houdt. [Heidi Vyncke]