Als zijn moeder gestorven is wordt Paul, naast de mishandelingen die hij al jarenlang ondergaat, door zijn vader ook nog eens seksueel misbruikt. Door ingrijpen van zijn klassenleraar wordt hij geplaatst in een gezinsvervangend tehuis. Hier openbaren zich de gevolgen van zijn opvoeding.
In het pleeggezin, waar hij kort na zijn achttiende verjaardag terechtkomt, vindt hij nauwelijks aansluiting. Eenmaal volwassen kan hij amper het hoofd boven water houden. Op een regenachtige zaterdagmiddag kijkt hij terug op zijn leven en trekt de voor hem enige juiste conclusie.