Wie is de beste Nederlandse hockeyer aller tijden? Ties Kruize? Paul Litjens? Teun de Nooijer? Floris Jan Bovelander? Stephan Veen? Tom van ’t Hek? Of is het toch Rein de Waal? En hoe goed zijn de Maartjes, de Minkes en Fatima’s van deze tijd ten opzichte van speelsters uit eerdere gouden generaties?
Philip Kooke, hockeyspecialist van Studio Sport en Rim Voorhaar, werkzaam voor Hockey.nl, komen aan de vooravond van het EK Hockey voor mannen en vrouwen in Amsterdam tot twee definitieve lijsten: een top 50 van hockeymannen en een top 50 van hockeyvrouwen. Vanzelfsprekend gaat het de samenstellers vooral om het pure talent, de klasse en de kunde van de spelers en speelsters. Toch zijn ook persoonlijkheid, gewonnen prijzen, teamgeest en algehele waarde voor de hockeysport meegewogen in het uitgebrachte oordeel. Hoewel er een grondig onderzoek naar deskundige meningen van kenners en langdurige overpeinzingen aan vooraf is gegaan, is een bepaalde mate van subjectiviteit even vanzelfsprekend als onvermijdelijk. Nu het hockey transformeert van een tikkeltje elitair naar volkssport; de hockeybond de grens van 200 000 leden is gepasseerd en op weg is naar de 260 000 leden in 2015; het betaalde tophockey in Nederland definitief geen vieze woorden meer zijn; en de sterrenstatus van internationals verder straalt dan louter de hockeyvelden, moest het er maar eens een keer van komen. De beste Nederlandse hockeyers (m/v) van de afgelopen honderd jaar gebundeld. Het werd hoog tijd.