Op 8 mei 2002, twee dagen na de moord op Pim Fortuyn, wint Feyenoord in thuishaven De Kuip de UEFA-cup door in de ternauwernood niet afgelaste finale Borussia Dortmund met 3-2 te verslaan. Het vormt het sluitstuk van een ogenschijnlijk vlekkeloos seizoen voor de Rotterdamse club waarin uitblinker Pierre van Hooijdonk een hoofdrol vervulde. Maar schijn bedriegt. Waar Fortuyn in de maanden vóór de finale inspeelt op de sluimerende onvrede onder de Nederlandse bevolking, daar slaagt Feyenoordwatcher Gerrit-Jan van Heemst er in De dag van Pim en Pierre in het groeiende ongenoegen binnen de spelersgroep bloot te leggen. Een groepje dragende spelers, onder wie Van Hooijdonk en Paul Bosvelt, ijvert tegen de klippen op voor een fundamentele mentaliteitsverandering binnen Feyenoord. Van Heemst sprak alle betrokkenen en voert de lezer langs pittige conflicten op het trainingsveld en het sleutelduel tegen Glasgow Rangers naar een climax die eindigt op de Coolsingel, waar vreugde om Feyenoord en verontwaardiging om Pim vechten om voorrang