De Amsterdamse Saskia Hartogh hopt van het ene tijdelijke suffe baantje naar het andere, ze is haar oervervelende vriend meer dan zat en heeft geen idee wie ze is en wat ze met haar leven wil. In een opwelling solliciteert ze op een baan als doktersassistente in een piepklein dorpje op het platteland van Drenthe. Tot haar stomme verbazing wordt ze aangenomen.

Hoewel het idee van een heel nieuw leven haar doodeng lijkt, vertrekt Saskia met haar hondje Muffin naar het oosten van het land. Maar de overgang van cocktails met vriendinnen in een Amsterdamse bar naar een dorp waar sommige bewoners nog op klompen lopen is groot. Saskia heeft moeite een plekje te vinden tussen haar nieuwe dorpsgenoten, onder wie haar excentrieke baas Godfried, haar bescheiden buurvrouw Sanne en de arrogante Truus Rimmel.

En wat moet ze denken van die mysterieuze en aantrekkelijke Toby, de beheerder van het landgoed buiten het dorp, die een spelletje lijkt te spelen met haar toch al kwetsbare hart?