Alice Herz-Sommer werd geboren in 1903 in Praag tijdens de Habsburgse monarchie.Zij groeit op in een artistiek gezin, waar Franz Kafka en Max Brod geregeldover de vloer komen, en ontdekt al op jonge leeftijd haar liefde voor muziek. In dejaren twintig is zij de beroemdste pianiste van Praag. In heel Europa reist Alicelangs concertzalen totdat de nazidictatuur een einde maakt aan haar carrière. Alshaar moeder in 1942 wordt gedeporteerd, raakt ze in een zware depressie; om zichstaande te houden studeert Alice alle 24 etudes van Chopin in.Twaalf maanden later komt het bericht dat ook Alice met haar zoontje zal wordengedeporteerd naar Theresienstadt; de muziek is wederom haar redding. Met meerdan honderd concerten geeft zij te midden van honger, angst en dood haar medegevangenenkracht en hoop. Voor haar zoon Raphael creëert zij een wereld die hemhet kampleven zoveel mogelijk doet vergeten. Zij overleven beiden het kamp enkeren terug naar Praag. Raphael wordt een wereldberoemd cellist.