De Rapen Zijn Gaar
Op televisie zie je het vaak: je koopt een vervallen huis in een warm land naar keuze, je gaat een aantal maanden flink verbouwen, je hebt daarbij wat tegenslagen, maar uiteindelijk ben je de trotse bezitter van een prachtig tweede huis. Henk Spaan weet beter. In maart 1987 betrekt hij zijn tweede huis in Le Chastang, een gehucht in het zuidwesten van Frankrijk. Het huis is dan nog verre van bewoonbaar, en nog altijd heeft hij er niet de laatste hand aan gelegd. Wel kent hij zijn buren goed, alle zes. De gesprekken die hij met hen voert zijn doorgaans kort maar krachtig. Veel intensiever is zijn band met de plaatselijke loodgieter (Monsieur Besombes), met de timmerman (Monsieur Graoux), de elektricien (Monsieur Bombal) en de postbode (Monsieur Zanetti). Maar er echt helemaal bijhoren, dat doe je volgens Henk Spaan nooit.
Henk Spaan windt er geen doekjes om: een geestig en ontroerend verslag van zijn tweede thuis in Frankrijk.
Met gevoel voor detail vertelt Spaan in De rapen zijn gaar op geestige en soms ontroerende wijze over zijn belevenissen in en om zijn tweede huis in Frankrijk - van het verjagen van een witte uil in de schoorsteen, het onder Franse supervisie boren van enorme gaten in de muur, het afstruinen van rommelmarkten voor meubilair (waarvoor ook in het tweede huis geen plek meer is) tot het telkens opnieuw ontdekken dat alcohol de grootste vijand van de hitte is.
Mijn buren op het Franse platteland zijn arm maar gelukkig, met hun totale gebrek aan gespreksstof.
'Goedemorgen, buurman. Gaat het?'
'Het gaat. Tegen de avond verwacht men enige bewolking. Morgen zal het beter zijn.'
'Schijnt morgen de zon weer?'
'Dat weet je nooit, buurman. Hij kan gaan schijnen, of hij schijnt niet. Dat zien we morgen pas.'
'Tot ziens, buurman. Alles goed met uw vrouw?'
'De knieen, meneer, de knieen.'
's Morgens en 's avonds doen ze de koeien. Ze brengen ze naar de kalveren in de stal en weer terug het weiland in. Al vijftig jaar doen ze elke dag hetzelfde. Ze geven het varken te eten, doppen de bonen en zaaien augurken in. Kwartieren lang kan het boertje over zijn mottige weiland naar niets staren. Als je denkt dat hij de vogelstand bestudeert, heb je het mis. Van vogels weet hij geen fluit. Toen ik op zekere dag uilenballen vond in de open haard, vroeg ik de boer naar zijn professionele opinie. Hij wees naar boven, de schoorsteen in, en zei: 'Vogel.'
'Dank je wel, buurman,' zei ik.
'Gaat het?' vroeg hij.
'Het gaat,' zei ik.
Henk Spaan windt er geen doekjes om: een geestig en ontroerend verslag van zijn tweede thuis in Frankrijk.
Met gevoel voor detail vertelt Spaan in De rapen zijn gaar op geestige en soms ontroerende wijze over zijn belevenissen in en om zijn tweede huis in Frankrijk - van het verjagen van een witte uil in de schoorsteen, het onder Franse supervisie boren van enorme gaten in de muur, het afstruinen van rommelmarkten voor meubilair (waarvoor ook in het tweede huis geen plek meer is) tot het telkens opnieuw ontdekken dat alcohol de grootste vijand van de hitte is.
Mijn buren op het Franse platteland zijn arm maar gelukkig, met hun totale gebrek aan gespreksstof.
'Goedemorgen, buurman. Gaat het?'
'Het gaat. Tegen de avond verwacht men enige bewolking. Morgen zal het beter zijn.'
'Schijnt morgen de zon weer?'
'Dat weet je nooit, buurman. Hij kan gaan schijnen, of hij schijnt niet. Dat zien we morgen pas.'
'Tot ziens, buurman. Alles goed met uw vrouw?'
'De knieen, meneer, de knieen.'
's Morgens en 's avonds doen ze de koeien. Ze brengen ze naar de kalveren in de stal en weer terug het weiland in. Al vijftig jaar doen ze elke dag hetzelfde. Ze geven het varken te eten, doppen de bonen en zaaien augurken in. Kwartieren lang kan het boertje over zijn mottige weiland naar niets staren. Als je denkt dat hij de vogelstand bestudeert, heb je het mis. Van vogels weet hij geen fluit. Toen ik op zekere dag uilenballen vond in de open haard, vroeg ik de boer naar zijn professionele opinie. Hij wees naar boven, de schoorsteen in, en zei: 'Vogel.'
'Dank je wel, buurman,' zei ik.
'Gaat het?' vroeg hij.
'Het gaat,' zei ik.
Auteur | | Henk Spaan |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | |