Het gelukkige jaar 1940
Hans Münstermann
Het gelukkige jaar 1940
De ouders van Andreas Klein zijn op 10 mei 1940 in het huwelijk getreden. Dat is
geen goed tijdstip om te trouwen, vooral niet omdat zijn moeder een Nederlandse is
en zijn vader een Duitser. Het is het startsein voor een lange reeks dubbelzinnige
tegenslagen, fouten en vergissingen, die in de familie Klein nog altijd nadreunen.
Debuutroman van de AKO-prijswinnaar, waarin het
Nederlands-Duitse huwelijk
van de ouders van Andreas Klein
bekend uit De bekoring centraal staat
Bijna zestig jaar later wil Andreas nog één keer aandacht vragen voor deze
geschiedenis. Tijdens een feestelijke familiebijeenkomst keert hij terug naar de
trouwdag en hoewel aanvankelijk niemand er een woord over wil horen, krijgt hij
gaandeweg de gespannen aandacht van zijn broers en zussen,
en zelfs van zijn bejaarde moeder, die haar geheimen nu niet langer alleen hoeft te
dragen.
Zij ligt in bed en zij slaapt. Het is haar laatste nacht in het ouderlijk huis aan de
Bakkerstraat in Arnhem. Morgen trouwt zij.
Hier moet ik beginnen. Een slapend meisje van achttien dat morgen trouwt met een
man van vijfendertig. Dit is de nacht van 9 op 10 mei en de weerberichten voor
morgen zijn bijzonder gunstig. Mijn toekomstige moeder ligt te slapen in haar
meisjeskamer.
Zij droomt van de man die morgen naast haar staat voor het altaar van de
Walburgiskerk. Een Duitse man. Hij spreekt een beetje Nederlands, ongeveer zoals
prins Bernhard, als je die op de radio hoort. Het is helemaal niet gek om met een
Duitser te trouwen als de kroonprinses het ook doet. Het meisje in bed volgt een
koninklijk voorbeeld. Ze heeft vaak aandachtig gekeken naar de foto's van het
prinselijk paar. Een droomhuwelijk. Een sportieve prins en een serieuze prinses.
Doortrokken van een grote ernst die te maken heeft met de taak die zij ooit op zich zal
nemen. Moeder. Iets heel teers en schoons, waar ze nog net niet bij kan, maar wat
eraan komt.
Het gelukkige jaar 1940
De ouders van Andreas Klein zijn op 10 mei 1940 in het huwelijk getreden. Dat is
geen goed tijdstip om te trouwen, vooral niet omdat zijn moeder een Nederlandse is
en zijn vader een Duitser. Het is het startsein voor een lange reeks dubbelzinnige
tegenslagen, fouten en vergissingen, die in de familie Klein nog altijd nadreunen.
Debuutroman van de AKO-prijswinnaar, waarin het
Nederlands-Duitse huwelijk
van de ouders van Andreas Klein
bekend uit De bekoring centraal staat
Bijna zestig jaar later wil Andreas nog één keer aandacht vragen voor deze
geschiedenis. Tijdens een feestelijke familiebijeenkomst keert hij terug naar de
trouwdag en hoewel aanvankelijk niemand er een woord over wil horen, krijgt hij
gaandeweg de gespannen aandacht van zijn broers en zussen,
en zelfs van zijn bejaarde moeder, die haar geheimen nu niet langer alleen hoeft te
dragen.
Zij ligt in bed en zij slaapt. Het is haar laatste nacht in het ouderlijk huis aan de
Bakkerstraat in Arnhem. Morgen trouwt zij.
Hier moet ik beginnen. Een slapend meisje van achttien dat morgen trouwt met een
man van vijfendertig. Dit is de nacht van 9 op 10 mei en de weerberichten voor
morgen zijn bijzonder gunstig. Mijn toekomstige moeder ligt te slapen in haar
meisjeskamer.
Zij droomt van de man die morgen naast haar staat voor het altaar van de
Walburgiskerk. Een Duitse man. Hij spreekt een beetje Nederlands, ongeveer zoals
prins Bernhard, als je die op de radio hoort. Het is helemaal niet gek om met een
Duitser te trouwen als de kroonprinses het ook doet. Het meisje in bed volgt een
koninklijk voorbeeld. Ze heeft vaak aandachtig gekeken naar de foto's van het
prinselijk paar. Een droomhuwelijk. Een sportieve prins en een serieuze prinses.
Doortrokken van een grote ernst die te maken heeft met de taak die zij ooit op zich zal
nemen. Moeder. Iets heel teers en schoons, waar ze nog net niet bij kan, maar wat
eraan komt.
Auteur | | H. Munstermann |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Literatuur & Romans |