De Armeense Genocide
De eerste grote genocide van de 20e eeuw in een baanbrekend boek
Duizenden en duizenden documenten heeft de Turkse historicus Taner Ak‡am gelezen. Minutieus is hij op zoek gegaan naar de bewijzen voor de genocide op een miljoen Armeni‰rs, die plaatsvond in het Ottomaans-Turkse Rijk, ten tijde van het regime van de Jong-Turken (1915-1917). In het grote, aaneengesloten nieuwe Turkse rijk, waarin alleen Turkssprekende volkeren verenigd zouden zijn, was geen plaats voor de (christelijke) Armeni‰rs.
In februari en maart 1915 werden zo'n 200.000 Armeense militairen ontwapend en onderworpen aan dwangarbeid. Vervolgens werd in de nacht van 24 april de Armeense intelligentsia opgepakt en vermoord. Hierna kwam een enorme deportatiebeweging op gang. Onder het mom van evacuatie en hervestiging werden duizenden Armeense burgers verdreven naar wat nu Syri‰ en Irak is. Blootgesteld aan zware mishandeling, verkrachting, verbranding, ophanging, verdrinking, uithongering en executie hebben maar weinigen de massale deportatie overleefd.
Taner Ak‡am, die als eerste historicus openlijk het woord genocide heeft gebruikt, komt in dit boek tot de conclusie dat de massamoord geen bijproduct van de Eerste Wereldoorlog was, zoals altijd door Turkije is beweerd, maar dat er is sprake is geweest van een centraal georganiseerde vervolging en vernietiging van de Armeense minderheid. Tot op de dag van vandaag wordt deze zwarte geschiedenis door Turkije ontkend. Maar ook in de westerse wereld is pas de laatste decennia het besef doorgedrongen dat zich, 25 jaar voor de Holocaust, een enorm drama heeft voltrokken.
De Armeense genocide is een belangwekkend document nu Turkije aansluiting bij de Europese Unie zoekt en etnische zuiveringen een bedreiging vormen voor bevolkingsgroepen over de hele wereld.
Duizenden en duizenden documenten heeft de Turkse historicus Taner Ak‡am gelezen. Minutieus is hij op zoek gegaan naar de bewijzen voor de genocide op een miljoen Armeni‰rs, die plaatsvond in het Ottomaans-Turkse Rijk, ten tijde van het regime van de Jong-Turken (1915-1917). In het grote, aaneengesloten nieuwe Turkse rijk, waarin alleen Turkssprekende volkeren verenigd zouden zijn, was geen plaats voor de (christelijke) Armeni‰rs.
In februari en maart 1915 werden zo'n 200.000 Armeense militairen ontwapend en onderworpen aan dwangarbeid. Vervolgens werd in de nacht van 24 april de Armeense intelligentsia opgepakt en vermoord. Hierna kwam een enorme deportatiebeweging op gang. Onder het mom van evacuatie en hervestiging werden duizenden Armeense burgers verdreven naar wat nu Syri‰ en Irak is. Blootgesteld aan zware mishandeling, verkrachting, verbranding, ophanging, verdrinking, uithongering en executie hebben maar weinigen de massale deportatie overleefd.
Taner Ak‡am, die als eerste historicus openlijk het woord genocide heeft gebruikt, komt in dit boek tot de conclusie dat de massamoord geen bijproduct van de Eerste Wereldoorlog was, zoals altijd door Turkije is beweerd, maar dat er is sprake is geweest van een centraal georganiseerde vervolging en vernietiging van de Armeense minderheid. Tot op de dag van vandaag wordt deze zwarte geschiedenis door Turkije ontkend. Maar ook in de westerse wereld is pas de laatste decennia het besef doorgedrongen dat zich, 25 jaar voor de Holocaust, een enorm drama heeft voltrokken.
De Armeense genocide is een belangwekkend document nu Turkije aansluiting bij de Europese Unie zoekt en etnische zuiveringen een bedreiging vormen voor bevolkingsgroepen over de hele wereld.
Auteur | | Taner Akçam |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Geschiedenis |