Turijn, zondag 8 mei 1898. In één enkele dag, vanaf de vroege morgen tot zonsondergang, wordt op een veldje aangestampte aarde de eerste Italiaanse competitie gespeeld van een sport die vrijwel nog niemand kent: il football. Is het een sport met toekomst? Velen denken van niet.

Er zullen die dag vier teams tegen elkaar uitkomen: drie uit Turijn en een uit Genua. De spelers zijn artsen, ambtenaren, arbeiders en winkeliers. De enige doping: koffie. Toeschouwers zijn er nog nauwelijks, maar wanneer zij opdagen zal alles veranderen.

Franco Bernini vertelt in zijn bijzondere roman over de vroege jeugd van een spel; over een man, een vrouw en een jonge natie. We lezen hoe de spelregels werden uitgevonden; over het verdriet en de vreugde van het jonge, verenigde Italië; over de fascinatie voor de nieuwe automobielen en de elektriciteit; over de bevlogenheid van een jonge dichter en de ontdekking van de liefde - en van een sport.