Ayaan Hirsi Ali's jeugd in het gewelddadige Somalië, in Saudi-Arabië, Ethiopië en Kenia werd beheerst door drie onwrikbare waarden: het geloof, de traditie en de familie-eer. Heen en weer geslingerd tussen de aantrekkingskracht van de zuivere islam en haar vrijheidsdrang, koos zij na haar uithuwelijking voor haar vrijheid.

In MIJN VRIJHEID vertelt Ayaan over haar strenge grootmoeder en haar ongelukkige moeder, over haar opstandige zusje en haar afwezige vader, over vluchtelingenkampen en bijeenkomsten van de Moslimbroederschap. En over Nederland: het asielzoekerscentrum, haar studiejaren in Leiden, de ziekte en dood van haar zusje, de vriendschappen, haar ervaringen als tolk en haar intrede in de politiek.

MIJN VRIJHEID Zou eindigen met Ayaans terugkeer in de Kamer, na de moord op Theo van Gogh. Maar na de merkwaardige beslissing van de minister van Vreemdelingenzaken en Integratie om haar Nederlanderschap ongeldig te verklaren, werd een extra hoofdstuk onvermijdelijk.