De Rijksdag staat in brand

De Rijksdag staat in brand

Op 27 februari 1933 kort na negen uur 's avonds stond de Rijksdag in brand. Om half tien was de vergaderzaal in het hart van het gebouw verwoest. De politie arresteerde één verdachte, Marinus van der Lubbe, een excentrieke jonge communist uit Nederland, voor driekwart blind, die schreeuwend werd gevonden tussen de ruïnes van de Rijksdag.
Boven de hoofdingang de Rijksdag stond 'Dem Deutschen Volke' (Voor het Duitse volk), het was het hart van de Duitse democratie. Maar er was niets democratisch aan de nasleep van de brand. Voor Adolf Hitler en de nazi's, pas vier weken aan de macht en vier dagen verwijderd van een belangrijke verkiezing, kwam de brand als een geschenk uit de hemel. Zij beweerden dat de aanval op de Rijksdag het begin van een communistische opstand was. De nazi's riepen de noodtoestand uit door de grondwet op te schorten en duizenden tegenstanders van het regime in de nieuw ontworpen 'concentratiekampen' te zetten. Een dag na de brand werd de 'Verordening van de Rijkspresident voor de bescherming van Volk en Staat' van kracht. Dit werd de belangrijkste wet in de twaalfjarige geschiedenis van Hitlers Rijk. De wet werd de vrijbrief voor en het fundament van alle terreur, onderdrukking, vervolging en massamoord die volgden.
Zoals iedereen op dat moment wist, was de Rijksdagbrandbrand gewoon een incident in een reeks theatrale, politieke incidenten, waar iedereen het zijn eigen draai aan gaf. De nazi's gaven de schuld aan de Communistische Partij en er werden een aantal communisten berecht. Iedereen werd door het Duitse Hooggerechtshof vrijgesproken, behalve Marinus van der Lubbe, die ter dood werd veroordeeld. Nazi-tegenstanders hebben sindsdien altijd verkondigd dat Hitler en consorten het meeste baat bij de brand hadden - dus moet de brand een ingenieus nazicomplot zijn geweest om het laatste restje democratie van de Weimar Republiek omver te werpen.
Onder invloed van de Koude Oorlog veranderde het debat. Sommige West-Duitsers stonden erop dat Van der Lubbe alleen had gehandeld en dat het vuur voor Hitler en de nazi's als een verrassing kwam - hoewel de nazi's briljant improviseerden tijdens de nasleep van de brand. De belangrijkste getuigen voor de stelling dat Van der Lubbe alleen handelde, waren voormalige Gestapo-officieren, zoals de briljante en sinistere Rudolf Diels en zijn vriend Heinrich Schnitzler, die begon dit begon te verdedigen tijdens het oorlogstribunaal in Neurenberg. Diels en Schnitzler kregen bijval van een aantal prominente nationalistische uitgevers, onder wie Rudolf Augstein, oprichter van het zeer invloedrijke Duitse tijdschrift Der Spiegel. Anderen, voornamelijk aan de linkerkant van het politieke spectrum, bleven volhouden dat de nazi's de brand hadden gesticht.
De Rijksdag brandt lost dit mysterie definitief en overtuigend op.

Auteur | Benjamin Carter Hett
Taal | Nederlands
Type | Paperback
Categorie | Literatuur & Romans

bol logo

Kijk verder

Boekomslag voor ISBN: 9789080773424
Boekomslag voor ISBN: 9789023429609
Boekomslag voor ISBN: 9789023437956
Boekomslag voor ISBN: 9789460038211
Boekomslag voor ISBN: 9789002191206


Boekn ©