Franse Krabbels
Het begint natuurlijk al in België, dat Franse gevoel. Ineens hebben de huizen een andere kleur. De koeien hebben dikkere billen en veel boerderijen zijn ommuurd. Op de helft heet de bakker boulanger en zo kom je naadloos Frankrijk binnen. Dat je dat toch in de gaten hebt, komt doordat de auto's andere nummerborden hebben. Ik ben gek op Frankrijk. Dat dateert zo ongeveer vanaf mijn zestiende, toen ik in een Franse film voor boven de achttien Jeanne Moreau in onderjurk mocht aanschouwen, een gebeurtenis die, zoals u begrijpt, mijn leven ingrijpend heeft veranderd. Dat frivole, ietwat ondeugende vond ik tot mijn genoegen ook in de Franse keuken, temeer daar de onderjurken daarna toch niet meer hetzelfde effect hadden.'
Ook Willemijn Stuit en Jan Lagrouw konden de verleiding niet weerstaan. In het najaar van 2000 kochten zij een oude boerenwoning in Gascogne in Zuidwest-Frankrijk. Een vakantiehuis dachten ze, iets om af en toe de drukte van het dagelijks bestaan te ontvluchten. Dat viel een beetje tegen, want ze moesten wel steeds ruim 1200 kilometer heen en dezelfde afstand terugrijden, voor af en toe een weekje vakantie - soms twee.
Na ruim een jaar hakten ze de knoop door: hun Hollandse huis werd verkocht en in de lente van 2002 vestigden zij zich definitief in het Gasconse land van zonnebloemen, meloenen en armagnac. Jan ging van daaruit door met zijn culinaire schrijf- en advieswerk, dat hij veelal met eigen fotografie illustreert en waarvoor hij zo af en toe naar Nederland terugreist.
De verhalen in dit boekje zijn gezellige observaties van dichtbij van een streek en de mensen die er wonen. Soms weemoedig, soms met humorvolle verbazing genoteerd, maar steeds met het besef dat het een voorrecht is zo vriendelijk en zonder voorwaarden opgenomen te zijn in een kleine dorpsgemeenschap. Een smakelijke aanvulling vormen de aanwijzingen voor het bereiden van allerlei lekkere gerechten. Niet in receptvorm, want koken doe je volgens Jan Lagrouw met je gevoel, en met een vinger afwisselend in de pan en in je mond.
Ook Willemijn Stuit en Jan Lagrouw konden de verleiding niet weerstaan. In het najaar van 2000 kochten zij een oude boerenwoning in Gascogne in Zuidwest-Frankrijk. Een vakantiehuis dachten ze, iets om af en toe de drukte van het dagelijks bestaan te ontvluchten. Dat viel een beetje tegen, want ze moesten wel steeds ruim 1200 kilometer heen en dezelfde afstand terugrijden, voor af en toe een weekje vakantie - soms twee.
Na ruim een jaar hakten ze de knoop door: hun Hollandse huis werd verkocht en in de lente van 2002 vestigden zij zich definitief in het Gasconse land van zonnebloemen, meloenen en armagnac. Jan ging van daaruit door met zijn culinaire schrijf- en advieswerk, dat hij veelal met eigen fotografie illustreert en waarvoor hij zo af en toe naar Nederland terugreist.
De verhalen in dit boekje zijn gezellige observaties van dichtbij van een streek en de mensen die er wonen. Soms weemoedig, soms met humorvolle verbazing genoteerd, maar steeds met het besef dat het een voorrecht is zo vriendelijk en zonder voorwaarden opgenomen te zijn in een kleine dorpsgemeenschap. Een smakelijke aanvulling vormen de aanwijzingen voor het bereiden van allerlei lekkere gerechten. Niet in receptvorm, want koken doe je volgens Jan Lagrouw met je gevoel, en met een vinger afwisselend in de pan en in je mond.
Auteur | | Jan Lagrouw |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Biografieën & Waargebeurd |