De geur van mijn vader is een rijk epos over het verlangen je ergens thuis te voelen.
Tan, een Amerikaan van Indiase komaf, koesterde in de jaren zestig zijn tragikomische rol als exotische verschijning tussen linkse medestudenten. Tientallen jaren later bezoekt hij zijn stervende vader in India, een atheïst en een onverbeterlijke, heetgebakerde adellijke snob.
In de geparfumeerde kamer van zijn vader, die geurt naar verleden, heden en toekomst, raakt Tan verscheurd tussen de Indiase en westerse wereld: hindoeïsme versus christendom, atheïsme of geloof, traditionele mores tegenover seksuele vrijheid. In de nabijheid van zijn vader wil hij zichzelf bevrijden van het conflict dat hem voordurend kwelt.